De democratie is geen rustig bezit, maar daarom niet minder gekoesterd. Het beste bewijsmateriaal: de lange rijen geduldig wachtende bewoners van een ver land die voor het eerst de vreugde van het stemhokje mogen meemaken. Dat ene moment in dat hokje is natuurlijk niet het hele verhaal, maar over wat er aan dat verhaal dan nog ontbreekt wordt al heel lang geruzied. Democratie, het is niet anders, is een ‘essentially contested concept’, een begrip dat gekenmerkt wordt door fundamentele onenigheid over de precieze inhoud en betekenis ervan. Die onenigheid hoort erbij en zal nooit verdwijnen; het debat over de vormgeving van de democratie is een essentieel onderdeel van de democratie zelf.
Als democratie het antwoord is, wat is dan de vraag? De klassieke democratische grondrechten – vrije gedachtenwisseling, actief en passief kiesrecht, gelijke behandeling – rechtvaardigen in hun eentje die lange rijen voor het stemhokje al, maar vormen nog steeds niet het hele verhaal. Zo kan een echte democratie niet goed functioneren zonder een echt onafhankelijke rechter, en verdraagt een echte democratie zich niet met clientelisme en corruptie. Daarop vallen de meeste schijndemocratieen, waaronder Nazi Duitsland en Sovjet Rusland, gelukkig af – maar helaas in het verontrustende gezelschap van nogal wat landen in Azie en Afrika.
De kern van de democratie zou op een Tshirt moeten passen. De Week van de Democratie had in 2007 als motto “Wij zijn de baas”, maar die uitspraak wordt bij langduriger reflectie steeds raadselachtiger. Wie is wij? Het Nederlandse volk? En over wie zijn wij dan wel de baas? Over Mark Rutte? Dat zou veel verklaren, maar zo ervaren wij het niet en hij al helemaal niet. Dan maar liever een leus als: “Wij tellen mee” – als wij het stemhokje echt bezocht hebben tenminste, en het correcte kleurpotloodje hebben gebruikt.
We tellen mee in de representatieve democratie, maar democratie is meer dan een vakje aankruisen. In de deliberatieve democratie kunnen we ook nog eens meepraten, of beter nog: meedelibereren. Het klinkt al door in het woord: dat kan en mag best even duren. Democratie is niet voor bange mensen, maar je kunt ook beter niet al teveel haast hebben. Een poldermodel, een overlegeconomie, ze kosten veel tijd, maar in de uitvoerende fase wordt de ontstane achterstand wel weer ingelopen, en de behoefte om het eens te worden is nu eenmaal in Nederland diep geworteld.
De representatieve democratie, de deliberatieve democratie; de ongrijpbare democratie. E.M. Forster kwam in 1938 wat mij betreft dichtbij de kern toen hij de democratie prees voor de ruimte die zij bood voor pluriforme kritiek. Misschien is de democratie in die zin vooral geschikt voor het herstellen van eerder gemaakte fouten. Het verbeteren van de toekomst is een mooie ambitie, maar het repareren van het verleden is tenminste even nuttig. Laten we de democratie koesteren voor de successen die zij mogelijk maakt, maar vooral ook voor de mislukkingen die zij weet terug te draaien.